Harundo donax

Bij mijn weten zijn gerechtelijke dwalingen niet strafbaar. In het meest ideale geval vindt er een ‘correctie’ plaats, dat wil zeggen: op de uitspraak. Het is natuurlijk van een mindere orde, maar niet kan worden uitgesloten dat ook bij afleveringen van the voice of… de jury ernaast zit. Straffeloos.

Mijn voorstel zou als volgt luiden. Bestraf de betrokken juryleden niet met een geldboete, royement of cachot. Nee, het bashen krijgt de vorm van genetische manipulatie: wie als een ezel luistert, drage voortaan ezelsoren aan het hoofd, onmiskenbaar door hun omvang en lelijkheid. Eeuwige schaamte is de straf.


↑ Koning Midas met ezelsoren, olieverf op doek 71×54 cm., door Andrea Vaccaro (1604-1670).

Denk niet dat mijn ingeving origineel is. Het overkwam in een ver verleden Midas, koning van Frygië (west-Turkije), na een foutieve beslissing. Met een tulband ging hij voortaan door het leven. De enige die van zijn geheim wist, was zijn kapper. Zware sancties weerhielden hem ervan ruchtbaarheid te geven aan het veranderde uiterlijk van de koning.

De psychische druk werd de man, de kapper wel te verstaan, te groot en om zijn gemoed tot rust te brengen groef hij ergens een kuil en ‘stopte zijn woorden erin weg’. Na een jaar waren er riethalmen opgekomen die op een bijzondere manier in de wind ruisten. Voorbijgangers hoorden de woorden ‘de koning heeft ezelsoren’.

Het verhaal stamt uit Ovidius’ Metamorphoses (elfde boek, regels 172-193). Bij mijn weten wordt daar voor het eerst in de literatuur, in de eerste eeuw vóór Christus, beschreven hoe riethalmen een ruisend i.e. zingend geluid afgeven. Het riet was daarmee in mijn ogen toen al voorbestemd voor gebruik op de saxofoon.

Vroegste vermelding van het speciaal voor houtblaasinstrumenten gekweekte riet, de arundo donax (harundo is trouwens de correctere schrijfwijze), vinden wij een eeuw later bij de Romeinse schrijver Plinius Maior (‘de oudere’, dit ten onderscheid van zijn neefje en adoptiefzoon, die ook schreef).

Est alius crassiore ligno et tenui foramine. Hunc totum fungosa replet medulla. Alius brevior, alius procerior, exilior crassiorque. Fruticosissimus, qui vocatur donax, non nisi in aquaticis natus, quoniam et haec differentia est, multum praelata harundine quae in siccis proveniat.
‘Er is nog een riet van dikker hout en met dunne buis. Het zit helemaal vol met sappig merg. Je hebt ze in diverse soorten: kort, lang, dun en dik. Het riet dat ze ‘donax’ noemen, groeit in dichte struiken en komt alleen op in waterrijke grond en dit maakt wel het verschil, want er wordt eerder gekozen voor riet dat op droge plekken uitloopt.’
(Plinius, Naturalis Historia 16.165)   

Met het kweken van riet ben je er nog niet. Ik ben niet thuis in de technische kant van de productie van saxofoonrieten, maar weet wel dat vóór het aansnijden ervan het riet na de oogst tot rust moet komen. Lange ligtijd – drie jaren, naar ik begrepen heb – is geboden en daar zit hem de kneep, want om het gewin gunnen de producenten het riet die rust niet.

De kwaliteit is er soms naar. Hoe vaak kom je niet het geklaag tegen over het hoge percentage rieten die regelrecht uit de verpakking in de prullenmand belanden. Zelfs grondige preparatie, zoals wrijven op een A4’tje, lepelen of met schuurbies bijwerken, helpt niet. Zelf heb ik dit alles achter mij gelaten en doe niet anders dan de platte kant lichtjes opschuren met de reedgeek en daarna maximaal twee minuten inweken in lauw kraanwater.


↑ Mijn laatste bestelling Rigotti Gold Jazz rieten (doos van tien).

Mijn rieten zijn van het merk Rigotti Gold, sterkte 3,5. Op de hele wereld zijn er slechts twee plekken waar de harundo donax welig groeit, Argentinië en zuid-Frankrijk (Var-streek). De meeste rieten, zo is mij verteld, worden uit dat laatste gebied betrokken en krijgen hun eigen stempeltje van de verschillende ‘fabrikanten’. De fabriek van Rigotti staat in de Var-streek zelf.

Ik ken een aantal saxofonisten die het erop wagen op slechte rieten te spelen of ze opzijleggen om ze later een tweede kans te geven. Het weer zou namelijk van invloed kunnen zijn op de kwaliteit ervan. Dat geduld kan ik niet opbrengen. Als ik ze al niet weggooi, gebruik ik een afdankertje om de lage C#-klep open te houden, wanneer ik klaar ben met spelen. Zo kan eventueel vocht verdampen en het ‘plakken’ van deze klep samen met die van de G# worden tegengegaan.


↑ Een oud rietje gaat tussen de C#-klep om ‘plakken’ te voorkomen.

Hoe klinken de rieten van de pro’s? Top, uiteraard, want zij overstijgen het materiaal waarop zij spelen en laten hun sound horen die met de nodige ademsteun hoofdzakelijk tussen hun oren en vanuit hun larynx ontstaat. Zoiets banaals als riet vormt voor hen geen hindernis meer om tot hun spel te komen.

Ik sluit af met drie voorbeelden. De hieronder verstrekte informatie komt, voorzover die up-to-date is, van de musici zelf.

(Om de volgende nummers te beluisteren moet je Spotify op je device hebben.)

Tom Beek speelt op een Conn 10M (serienummer 278782) met een Vandoren V16 T7 mondstuk (metaal) en Vandoren Jazz rieten nr. 3½.

Eric Alexander heeft een Selmer Mark VI (serienummer 92416). Hij blaast op een voor de grote jongens relatief ‘slap’ mondstuk, een metalen Otto Link 6* (dat zal toch gauw een tipopening 95 zijn; zo zie je maar, je hoeft niet ‘groot’ te blazen om volume te hebben). Hij gebruikt Rico Select Jazz rieten (filed, zgn. ‘french cut’).

Troy Roberts is in het bezit van een Conn Chu-Berry uit 1932 (‘silver plated’) en gebruikt een met de hand gemaakt mondstuk van Thomas Woodwinds. Hij is een ‘endorser’ van Vandoren rieten.

432

Al bijna dertig jaar leeft de schrijver van dit blog met een suizend geluid in zijn oren: tinnitus. De laatste bevindingen wijzen erop dat door een defect in het gehoororgaan de hersenen een signaal missen en het ontbrekende geluid reconstrueren. Dankzij hen horen we fantoomklanken. Ze zijn even weg, wanneer er gedoucht wordt en het water aangenaam de spoken wegklatert.

Een tijd terug heb ik mij naast een oscillograaf gezet en stelde vast dat het gepiep in mijn hoofd om en nabij de 6900 Hz. zat. Dat is stukken hoger dan altissimo A in het derde register van m’n tenorsax. Er zijn gehoortoestellen op de markt die een antigeluid produceren, waardoor het eigen leed kan worden weggedrukt. Met mijn sax kan dat in ieder geval niet (misschien kon Michael Brecker het, maar die kunnen wij helaas niet meer te hulp roepen).

De volgende vraag is nu: heeft mijn tinnitus een stemming zoals gangbaar in de muziek? Waar ik dacht iets onschuldigs te willen uitzoeken, blijkt de queeste tot een omvangrijk moeras te leiden. De holenmens raapt een riethalm op, ontdekt dat je er een buis van kunt maken en blaast een toon. Het is nog geen jazz, maar de muziek is geboren, zou je zeggen. De wereld verrijkte zich met mooie klanken.

De ellende begint, wanneer de mens mobieler wordt. De opkomst van stoomtrein en vliegtuig doet hem beseffen dat we met elkaar dreigen vals te spelen, omdat de stemmingen onderling niet kloppen. Lang is er gevochten over de standaardisering ervan. Er zijn (complot)theorieën volgens welke de oorlogsindustrie voorafgaand aan WO I en WO II bewust op A = 440 Hz., hoger dan de tot dan toe gebruikelijke frequenties, heeft aangestuurd. Een hogere frequentie zou opruiender zijn en de luisteraars tot agressie aanzetten. Als dat waar is, begrijp ik waarom ik een boze buurman heb.

De Volkskrant van 10 maart 2017 heeft mij ertoe gebracht de bedoelingen van de Vrijzinnige Partij erop na te lezen. Wat te denken van de onderstaande video, waarin gepleit wordt voor de lagere stemming van 432 Hz. Laat duidelijk zijn dat ikzelf niet insta voor de consistentie van de beweringen in de video. “E = energie, motie = in beweging” (vanaf min. 10:00), wordt er bijvoorbeeld plompverloren beweerd; ik versta Latijn en kan een ieder verzekeren dat dit verlakkersetymologie is.


↑ Ernö Olah pleit voor A=432 Hz.

Beter onderbouwd (wel met de nodige vooringenomenheid) is het referaat van Jonathan Tennenbaum, The foundations of musical tuning, Fidelio vol. 1, nr. 1, 1992, pp. 47-57. (Zie ook Schillerinstituut over de ‘pitch game’.) De mens vormt een onderdeel van het universum en voelt zich prettiger bij natuurlijke klanken. A = 440 Hz. valt buiten iedere verhouding binnen het universum en kan daarom alleen maar de hogere orde verstoren.

Natuurkundige Johannes Kepler (1571-1630) heeft erop gewezen dat in de astronomie de harmonische verhoudingen gebaseerd zijn op de verhoudingen van de gulden snede en die zijn ver te zoeken bij A = 440 Hz. De gulden snede bepaalt dat de zijde van een vijfhoek zich tot de diagonaal vanuit de eerste naar de derde hoek verhoudt als 1 : 1,618.

Nu wil het toeval (of juist niet) dat toonsafstanden zich op dezelfde wijze verhouden:

in een octaaf
C → Eb → G → C (C mineur toonladder) = 0 → 0,459 → 0,618 → 1
en andersom in een kwint
C → E → F# → G = 1 → 0,618 → 0,459 → 0

Een toonligging van C = 256 Hz., die neerkomt op A = 432 Hz., past in alle door Kepler in het universum aangetroffen verhoudingen. Het getal 440 valt daarmee niet te rijmen, als je althans uitgaat van de gulden snede. Het getal 256 daarentegen staat gelijk aan 2^8, een binaire vermenigvuldiging (=BIN 10000000).

In Europa heerste in de 19de eeuw op dit vlak muzikaal chaos. Ook de Italiaanse componist Giuseppe Verdi heeft zich in de discussie gemengd, want hij stoorde zich aan de hoge ligging. Mijns inziens had zijn bijdrage een praktisch doel: Verdi schreef veel voor de zangstem en die werd met een lagere ligging gespaard.

Al in 1939 zijn er afspraken gemaakt om tot één stemming, de hogere, te komen, maar daarbij is de wens van een groot deel van praktiserende musici in Europa genegeerd. Zij opteerden voor de lagere, want natuurlijke stemming, waaraan zij gewend waren. In oktober 1953 kwam de International Standardizing Organization bijeen om te stemmen over de verhoging van de standaardstemming van A = 432 Hz. naar A =  440 Hz.

Sindsdien is de hoge ligging de standaard en indirect is dat te danken aan de jazz en de jazzmusici! De meeste blaasinstrumenten werden vóór WO II in de Verenigde Staten gefabriceerd en in de jazz was een hogere, want helderdere klank, de mode. Deze wens werd in 1953 gehonoreerd.

Er zijn volop voorstanders van de natuurlijke stemming. Neem bijv. Omega 432. Als we de schrijvers mogen geloven, is A = 440 Hz. onnatuurlijk, zeer stressy en gevaarlijk voor het menselijk welbevinden. Een onthutsende conclusie, want mijn passie is venijn voor de wereld. Ik ga mijn buurman steeds beter begrijpen.

Er is ook wetenschappelijk getest door Trevor Cox (professor aan de University of Salford): een grote groep mensen kreeg 1369 (sic!) muziekstukjes, twee aan twee gepresenteerd, te horen en moesten hun (subjectieve) bevindingen aangeven. Het resultaat is hieronder in beeld gebracht.


↑ Staafdiagram van Trevor Cox: mate van appreciatie afgezet tegen diverse stemmingen (A=416 tot A=465); boven 440 Hz. wordt muziek onaangenaam gevonden.

Wie zich nog verder wil verdiepen in deze materie: Roel Hollander heeft een groot deel van zijn blog gewijd aan de 432-tuning, toegespitst op de saxofoon. Je ziet hem verderop staan met een Borgani tenorsax in 432-stemming, speciaal voor hem gemaakt. Maar ja, met wie kan hij erop meespelen?

We blijven van muziek en de jazz houden! Daarom… (in de hoge stemming, dat wel)


↑ Ben van den Dungen speelt ‘So In Love’ (Ciao City, 2013).

Nog één (toevallige?) vondst van mijn kant: 432 x 2 x 2 x 2 x 2, A in het vijfde register dus, blijkt 6912 te zijn. Mijn tinnitus (zie hierboven, tweede alinea) is in harmonie met de wetten van het universum.

Duck Amok

In mijn vroege jeugd was ik al klant van de buurtslijter. In die tijd waren de regels voor alcoholverkoop nog niet zo strikt als tegenwoordig. Meer dan dat was het de bekendheid met het feit dat grootmoeder, die bij ons inwoonde, haar eigenzinnige recepten had. Het afgepaste geld deponeerde ik op de toonbank en de fles jenever werd van de schap gehaald. “Zo, jongen, gaat grootmoeder weer babi pangang maken?”

Mijn grootmoeder wist hoe je een lap buikvet in de oven moest vertroetelen. Om de paar minuten werd de ovendeur geopend om het sissende vlees te bestrijken met olie en jenever, altijd van één en hetzelfde merk. Voor de olie gebruikte zij een lepel, met een penseel maakte zij schilderende bewegingen om de jenever de juiste plekken te wijzen. (Een modern recept van babi pangang vind je hier.)

Als het haar verjaardag was, leek het bezoek alleen maar te komen om van het goddelijk kostje te smullen. Anderen in de familie waagden zich weleens aan het recept, maar dan wachtte steevast het genadeloze commentaar van de queen of Yakarta: “Die van mij is lekkerder.”

Nu wist ik toen nog niet dat ik ooit saxofoon zou spelen, want dan had ik mijn culinaire verslavingen eerder kunnen beteugelen. Eten en drinken, dat gaat niet samen met een blaasinstrument. Residuën die zich in je mondholte en zelfs je adem ophopen, vormen een aantasting van je geliefde instrument.

Laat ik nu laatst het boek Jazz Cooks uit 1992, geschreven door Bob Young en Al Stankus, tegenkomen (lees hier een recensie). Heel wat jazzmusici blijken, getuige de gegeven interviews, keukenprinsen en -prinsessen te zijn en een slordige meerderheid houdt van kanen. Het is duidelijk: ik ga het hebben over de eetgewoonten van de masters of jazz. Als de papillen van de lezer genoeg hebben aan een patatje Paay, dan is de onderstaande informatie te veel van het goede.

↑ Patatje Paay voor de liefhebber. 

In de Huffington Post (ed. Australië) van 8 november 2013 stond het verhaal over een doodzieke klarinettist. Hoestend en kreunend van de pijn strompelde hij het ziekenhuis binnen, maar een eerste onderzoek leverde niets op dan schimmels in de longen. Een vasthoudende internist vroeg door en kwam erachter dat de beste man in de dertig jaar dat hij op zijn klarinet speelde, nog nooit zijn instrument had schoongemaakt.

Sterk verhaal? Medisch onderzoek heeft uitgewezen dat een meer dan gemiddeld grote kans op longaandoeningen en infecties bestaat onder leden van jeugdorkesten en fanfares. De muzikantjes spelen op geleende of gehuurde instrumenten, waarop door anderen, hun voorgangers, intensief is geblazen en bij wie de hygiënische mores niet hoogstaand waren.

Tanden poetsen en je instrument schoonmaken, de twee geboden voor een blazer, vooral voor wie on tour is, want dan eet je buitenshuis om daarna meteen aan de gig te beginnen. De tandenborstel wacht ongebruikt op de hotelkamer.

Ik geef enkele facts uit ‘Food habits in a group of musicians’ (Pires, Lourenço & Cabrita, Experimental Pathology and Health Sciences, 2015, 7-2, pp. 27-30). Enquêtering van 35 musici leverde o.a. deze gegevens op (voor de percentages leze men het rapport):

  • twee op de drie mannen eten regelmatig tot vaak rood vlees, bij de vrouwen is de verhouding vier op de vijf;
  • één op de vier mannen drinkt géén laag-alcoholische drankjes, bij de vrouwen is dat één op de drie;
  • één op de vier vrouwen drinkt sterke drank, terwijl twee op de vijf mannen dat doen;
  • de helft van de ondervraagden, zowel mannen als vrouwen, eet van de grill.

Het is duidelijk: aan de vrouwen is een biefstukje goed besteed en mannen consumeren meer sterke drank. Vergeet verder niet de barbecue regelmatig aan te vullen, wanneer je muzikanten hebt uitgenodigd. Het onderzoek schijnt ook uit te wijzen dat er geen significante verschillen zijn op basis van leeftijd. Alles is blijkbaar jong aangeleerd. Gelukkig denkt de huidige generatie bewuster na en is er onder jazzmusici, atleten in hun vak, een trend te bespeuren om gezondere eetpatronen na te streven.

Jazz, eten en drinken, drie handen op één buik. Orkestleider, pianist en componist Duke Ellington schijnt meer dan twintig composities geschreven te hebben met eten en drinken in de titel, zoals ‘Cocktails For Two’ (1934), ‘Sauce For The Goose’ (1937), ‘Pigeons And Peppers’ (1938), ‘At a Dixie Roadside Dinner’ (1940), ‘Blue Goose’ (1940), ‘West Indian Pancake’ (1959), ‘Blue Pepper’ (uit The Far East Suite, 1966), ‘Wild Onions’ (1967), ‘Duck Amok’ (1974) enz.

(Om de onderstaande nummers te beluisteren moet je Spotify op je device hebben.)

Van Dizzy Gillespie wordt gezegd dat hij zó dik werd dat hij niet meer kon fietsen en toen gestopt is met het eten van vlees. In zijn eigen woorden: “My intestines wrote me a letter. Then they gave me an official thank-you note.” Ik weet niet of hij daarvóór of juist daarná zijn compositie ‘Manteca’, Spaans voor boter of vet, heeft geschreven.



↑ Dizzy Gillespie’s Dream Band speelt ‘Manteca’ (Lincoln Center, 1982).

BTW: mijn voorkeur gaat uit naar de uitvoering van de GRP Big Band, alleen al vanwege de bezetting met o.m. Kenny Kirkland (p), Eric Marienthal (alt), Bob Mintzer (tenor), Ernie Watts (tenor), Randy Brecker (t), Sal Marquez (t), Lee Ritenour (g), John Patitucci (b), Dave Weckl (dr). Hoe verzin je zo’n line-up!

Na een lang leven begonnen met gevangenisstraf en getekend door drugsgebruik en het spelen met de grootsten der aarde leeft de nu 87-jarige Sonny Rollins op zijn ranch in Woodstock (NY). Hij doet er aan yoga, volgt een zout-arm diëet bestaande uit hoofdzakelijk vis, kip, fruit en verse groente.

Trompettist Louis Armstrong, een notoire smulpaap, ondertekende veel brieven met ‘Soul foodly yours’, nog vaker met ‘Red Beans And Ricely Yours’. Rijst met rode bonen (kidney beans) was zijn favoriete maaltijd. Het Louis Armstrong House Museum is in het bezit van het originele recept van mevrouw Armstrong. Dankzij haar was Louis in 1953 op zijn top, wat lichaamsgewicht betreft.


↑ Louis Armstrong met vrouw Lucille in Rome in 1949 aan de spaghetti (bron: nrp.org). Louis, opgelet: het is spaghetti óf bijgerecht, niet beide tegelijk!

Voor zover bekend heeft Louis tijdens zijn muzikale leven minstens acht trompetten ‘versleten’. Ik weet nu waarom.

Een zijsprong: je hoeft geen kok te zijn om “kok” te heten. Junior Cook is een redelijk onbekende tenorsaxofonist. Zijn eerste eigen vinyl opnamen beluister je op Junior’s Cookin‘ (1962). Hij is dan uit de band van Horace Silver gestapt en ging samen met trompettist Blue Mitchell in een eigen band verder. Zijn toon is niet altijd even constant, maar hieronder speelt hij fraai Charlie Parkers ‘Chi-chi’ (Senior Cookin’, 2009).

Uit eerbetoon voor de culinaire hoogstandjes van mijn grootmoeder én omdat ik morgen jarig ben, laat ik mijn eigen compo horen: de Babi Pangang Blues! Smakelijk eten!