Workout met Hank

Het was in mijn studententijd not-done om andere tenor saxofonisten te adoreren dan John Coltrane. Het leek wel of iedereen Blue Trane speelde. Het scheelde niet veel of een beetje saxofonist had een metalen Otto Link 5* met riet van tenminste sterkte 4 (zwaar op licht), alleen maar om Trane’s sound te benaderen.

Wel eens naar Coltrane’s solo geluisterd op So What (Miles Davis, Kind of Blue, 1959)? De noten zijn te haastig gespeeld, de lage komen er halfjes uit, altissimo’s worden niet voor de 100 % gehaald. Een paar chorussen verder komt Cannonball Adderley met zijn solo: hij vermorzelt Trane. Ik weet niet wat het is – anderen mogen het met mij oneens zijn – , maar hoe vaker ik naar Coltrane luister, hoe slechter ik hem vind.

Er was in de jaren dat Coltrane furore maakte (eind ’50 – begin ’60) één persoon die daar bijzonder veel last van had: Hank Mobley (1930-1986). Ik heb een zwak voor talenten die ondanks zwakke gezondheid zich opwerken tot fabelachtig niveau. Dat geldt voor Mobley, volgens zeggen vroeg begonnen op een sax die hij van een oom kreeg om hem uit zijn verveling te helpen.

Luister naar This I Dig of You (je moet Spotify op je device hebben) en je zult daarna begrijpen dat Mobley Coltrane ver achter zich laat (en ondergewaardeerd werd):

Coltrane maakte faam en Hank kon het schudden. Hij mocht eens toetreden tot de band van Miles Davis, maar pas nadat Coltrane daaruit was gestapt. Dat was in 1961 en Mobley’s sound was op z’n best eind jaren ’50.

Een van de eerste cd’s die ik kocht was zijn Soul Station (1960) en ik vond het op dat moment ‘gewoontjes’. Ik was verpest door de Coltrane-dictatuur. Pas toen ik zelf tenor sax ging spelen en zijn solo’s probeerde na te spelen, werd mij duidelijk waarom hij anders, beter was dan Trane: zijn vermogen om melodische solo’s te spelen die perfect de harmonie van een song weerspiegelen, alles zonder flauw of saai te worden.

Voorzover mij bekend heeft Mobley zich nooit laten verleiden om op een metalen mondstuk te spelen, maar ik kan mij vergissen. Verder heb ik hem nooit op altissimo’s kunnen betrappen: ik heb hem één keer de hoge G horen spelen.

Mijn favoriete albums:
Hank Mobley Quartet (1955)
Hank Mobley Sextet (1956)
Peckin’ Time (1958)
Soul Station (1960)
Workout (1961)
No Room For Squares (1963)

Een volledige discografie is hier te vinden.

Nog iets… ik heb mij alsnog de vinyl versie van Soul Station aangeschaft…