It’s not the gear

Het zal op een dag midden in de week zijn geweest. Opeens stond daar de achterbuurman voor de deur. Hij had aangebeld en aan zijn lichaamstaal viel te zien dat hij het moeilijk had zijn woorden uit te spreken. “Wat jij doet, vind ik storend…” Het lukte hem nog een tweede zin eruit te persen: “…en iedereen in de straat vindt dat ook.”

In de eerste zin ligt een kern van waarheid. Van niemand eis ik dat hij of zij mijn saxofoonspel apprecieert. De tweede mededeling bracht mij tot een rondgang door de straat om een fact check te houden. Niemand stoorde zich aan mijn hobby. De hekel die ik tegen jokkebrokken heb, is die dag alleen maar groter geworden.

Het geluid van een saxofoon, dat is bekend, ‘draagt’ ver. De buitenstaander ervaart het als niets anders dan kabaal. Deuren en ramen sluiten helpt slechts gedeeltelijk. Voor een geluidsdichte kamer in huis hebben we de ruimte niet. Saxofoondemper? Dat is praten met een zakdoek voor de mond.

Ik woonde eens op de bovenste verdieping van een studentenflat. Mijn oefeningen hield ik laat in de middag. Vergeleken met hoe ik nu oefen, was dat maar gerommel. Het moet vreselijk hebben geklonken. Ik zat in vier bands en dacht dat het wat voorstelde. Nu was mijn omgeving wel het een en ander gewend en mijn muzikale bezigheden werden getolereerd.

Op een keer kreeg ik, met mijn rug naar het raam gekeerd, het gevoel alsof ik werd bespied. Midden onder een toonladder draaide ik mij om en zag wat mijn buurman of -vrouw onder mij deed.  Een vijfde zintuig wees mij daarop. Er was een bordje op een bezemsteel gestoken en voor mijn raam gehesen:

stilte001

Ik denk dat het nu wel beter gesteld is met de klank uit mijn saxofoon (we zijn jaren verder). Lange tijd dacht ik dat ik een Selmer Mark VI, met Guardala MB II mondstuk, moest hebben en rieten van minstens nr. 3½ moest gebruiken om in de buurt van bijvoorbeeld Michael Brecker te komen. Spullen maken het geluid, toch?

Niets is daarvan waar. It’s not the gear. Materiaal vormt niet jouw sound, maar wat jij in je hoofd hoort en in mooie klanken weet om te zetten. De sound komt uit je hersenen. Luister naar wat Branford Marsalis, na een lange zoektocht naar de juiste setup, hierover te zeggen heeft in zijn masterclass (excerpt):



↑ Brandford Marsalis speelt You Don’t Know What Love Is (Raye & De Paul, 1941).